De Grote Verbouwing, verandering van naoorlogse wijken – 2004

In de jaren van de wederopbouw kreeg de woningbouw een duizelingwekkend tempo. In alle steden werden nieuwbouwwijken uit de grond gestampt. Architecten en stedenbouwkundigen als Cornelis van Eesteren, Jaap Bakema en Lotte Stam-Beese lieten zich destijds voorstaan op hun roeping als ‘sociaal regelaar’. Tussen 1945 en 1970 werden door heel het land zo’n twee miljoen woningen gebouwd, de droom van elk jong gezin.

recensie Willem Ellenbroek, Bilgaard, Vrijheidswijk Leeuwarden, Holtenbroek Zwolle, Malburgen Zwolle, Kanaleneiland Utrecht, Nieuw Den Helder, Delftwijk Haarlem, Jeruzalem Amsterdam, Den Haag Zuidwest, Hoogvliet Rotterdam, Pendrecht Rotterdam, Heuvelkwartier Breda, Malberg Maastricht, ministerie vanOCenW, Amvest, ERA Bouw, Bijlmer, Cornelis van Eesteren, Jaap Bakema, Lotte Stam-Beese, Nieuwe Bouwen, stadsvernieuwing, De stad der toekomst, de toekomst der stad, Dudok, Van Tijen, Henk Hofland, Niek de Boer, Van den Broek en Bakema, Van Embden, Hoogvliet, WiMBY, Westelijke Tuinsteden, NAi, Van Schagen, Hans van Heeswijk, KAW, Duinker van der Torre, monumentenstatus, Dolf Broekhuizen, J.M. Stokla, Karelse van der Meer Architecten, CIAM, Team X, Forum, Hengelo Klein Driene, Hengelo Berflo Es, Granpré Molière, ir. P. Verhagen, KuiperCompagnons, Mitros, Portaal, wijkgedachte, Artgineering, Wieger Bruin, Ashok Bhalotra,

De vernieuwing van de naoorlogse woonwijken is bij het verschijnen van het boek een van de meest ingrijpende bouwopgave van Nederland. Tussen 1990 en 2001 zijn landelijk 71.418 woningen gesloopt.

Maar opeens, eind 20ste eeuw, sloeg het beeld door. Het ideaal van toen verdween. Wie het kon betalen vertrok naar de luxere woningen in de Vinexwijken en er kwamen kansarmen voor in de plaats. De oude droomwijken werden de ‘putjes van de woningmarkt’. De emanciperende idealen van vroeger raakten op de achtergrond. De markt bepaalt wat er gebeurt.

H.J.A. Hofland pleit in zijn een essay voor een verplichte excursie voor elke Nederlander om naar die wijken te gaan, om te kijken wat daar gebeurt. Want daar vindt niets minder dan “de geruisloze revolutie van de raadselachtige consensus” plaats.

De buurten die gesloopt worden, zijn veelal beïnvloed door de wijkgedachte. In het Europa van na de oorlog was de wijkgedachte een breed gedragen ideaal van samenhorigheid en gemeenschapsvorming; het antwoord op de ontwrichting van de voorbije oorlog en op de angst voor de ongestructureerde stedelijke groei uit de jaren daarvoor.

Het boek stelt de vraag aan de orde of Nederland met de grootschalige sloop in naoorlogse woonwijken niet teveel van zijn erfgoed vernielt. Dertien wijken zijn uitgebreid gedocumenteerd. Daarnaast passeren nog eens 160 beknopt gedocumenteerde projecten de revue. Duidelijk wordt dat het niet alleen om de Bijlmer, Hoogvliet of Den Haag-Zuidwest gaat, maar ook om woningen in Harlingen, Lochem en Oss. Niet alleen hoogbouw en portieketageflats, maar ook eengezinswoningen. De transformatie gebeurt overal.

Portiekflat nummer 47 aan de Rembrandt van Rijnstraat in Groningen werd in 1955 door de Minister van Volkshuisvesting en Wederopbouw feestelijk ingewijd als de 500.000ste woningwetwoning. Het souterrain is ingericht als hobby- en vergaderzaal of openbare leeszaal. De kelder heeft een gemeenschappelijke wasinrichting met speelhoeken ‘zodat de wassende moeder meteen een wakend oog op haar kroost kon houden’. Ten tijde van het verschijnen van het boek stond de flat op de nominatie van sloop.

Meer lezen

Gerelateerde pagina's